JORIS LUYENDIJK, HOFNAR VAN DE FINANCIELE MEDIA
Hebt u thuis nog een atoomschuilkelder van in de jaren ’80? Niet ombouwen, zeker nu niet. De blikjes soep met vervaldag 1992 mag u zelfs al beginnen te vervangen door versere exemplaren, want de kans is groot dat u ze heel spoedig nodig gaat hebben. Dat is althans wat Joris Luyendijk laat uitschijnen in een interview met Volzin.
Luyendijk is een Nederlands antropoloog. Daar is niets verkeerd mee; er bestaan namelijk wel degelijk ernstige antropologen, zelfs Nederlandse. Hij werkt momenteel als journalist voor The Guardian. Ook daar is niets verkeerd mee; The Guardian is bovendien onder de Britse kranten één van de meer ernstige. Luyendijk is zich gaan verdiepen in de mores van de bankiers in The City, het financiële district van Londen, en houdt er een Banking Blog op na.
Luyendijks opdracht voor The Guardian was, volgens het interview in Volzin:
… om, als een antropoloog op veldwerk, van binnenuit een beeld te schetsen van die grote, geheimzinnige bancaire wereld.
Ik vermoed dat professionele antropologen niet erg opgezet zijn met die vergelijking, want Luyendijks onderzoeksmethode lijkt meer op het moddervissen waarmee de Britse paparazzi hun brood verdienen dan op objectieve wetenschap. In plaats van zich op het veld te begeven en de inboorlingen te observeren in hun natuurlijke habitat lanceerde hij in 2011 via zijn blog een oproep aan (ex-)bankiers om een boekje open te doen over de bedrijfscultuur – anoniem indien gewenst. Uit de interviews heeft hij een aantal smeuïge verhalen gedistilleerd, die ook The Sun graag had willen publiceren ware het niet dat er wat te veel moeilijke woorden in voorkwamen.
Iemand die zijn beeld van bankiers als nietsontziende roofzuchtige plunderaars graag bevestigd ziet, kan zijn hart ophalen aan titels als:
Het is een proto-fascistische ideologie. Topbankiers als roofdieren en wij als prooi.
Om misverstanden te vermijden: dit is geen uitspraak van Luyendijk zelf, maar van één van de geïnterviewden. Maar Luyendijk vindt het niet nodig om als journalist daar enige nuance bij te plaatsen. De geniepigaard rekruteerde getuigen (of lezers?) met deze boodschap (nadruk toegevoegd):
Why don’t you tell me about your life, your ups and downs and what an average working day for you looks like? I’ll work your words into a portrait of a banker as a human being. […]
Who knows, when they read about you in your own words, people outside the financial sector may change their minds about you — or at least come to a more nuanced and realistic view of what people like you are all about.
Ik ben niet zeker of ‘proto-fascistische ideologie’ onder nuance dan wel realisme valt. In elk geval, net zoals een volleerd paparazzo doet Luyendijk er graag een schepje bovenop. In de VPRO-documentaire Het Brein Van De Bankier worden testosterongedreven bankiers gekoppeld aan fijnzinnige eigenschappen als ‘psychopaat’, ‘syndroom van Asperger’ en dergelijke meer (Lees zeker ook het schitterende commentaar van historicus Han van der Horst op joop.nl: Aspergers als de nieuwe vijand). Ik weet niet wat de prevalentie van het syndroom van Asperger in de wereldbevolking is, maar eenvoudige algebra zou wel eens kunnen leiden tot de conclusie dat al deze mensen voor een bank werken!
In dezelfde documentaire citeert Luyendijk een anonieme getuige, naar eigen zeggen een wiskundig genie maar op sociaal vlak een beetje onrechtmatig bedeeld door Moeder Natuur (een sterk stereotype is goed voor de verkoopcijfers, zo weet elke populaire schrijver), als volgt:
200 jaar geleden zou ik op een brandstapel gezet worden, maar nu kan ik iets wat heel de wereld wil. Dus verdien ik onvoorstelbaar veel geld!
Ik draai zelf al een tijdje mee in de banksector, maar ik heb nooit geweten dat quants onvoorstelbaar veel geld verdienen. De megabonussen zijn eerder weggelegd voor toptraders (zelden quants) en senior management (eveneens zelden quants). Maar daar zal ongetwijfeld hun autistische persoonlijkheid een rol in spelen – bij de quants bedoel ik. Want toplui en toptraders zijn zoals algemeen bekend psychopaten, en dat is dan weer een heel andere psychische stoornis. Ik vraag mij af of DSM-IV een psychische aandoening bevat met als belangrijkste kenmerk een ‘pathologische neiging tot stereotypering, ridicule overdrijving en het terugvoeren van complexe maatschappelijke problemen tot karikaturale persoonlijkheidskenmerken’. Indien niet stel ik voor dat we dit het syndroom van Luyendijk noemen, of kortweg ‘Luyendijk’.
In elk geval kan ik me best inbeelden dat de anonieme idiot savant 200 jaar geleden op de brandstapel gegooid werd. In mijn verbeelding zie ik Joris Luyendijk met een grote toorts en zijn typische zelfvoldane grijns eigenhandig de brandstapel aansteken.
Waar zou er eigenlijk misgelopen zijn met de aanvankelijke nobele intentieverklaringen van nuance en realisme? Misschien heeft Luyendijk zich enkel maar geplooid naar de vooroordelen van zijn beoogd lezerspubliek:
When I wrote about Israel and the Palestinians some readers would judge an article exclusively by whether it was likely to make one camp look good or the other. In particular, pieces that humanised their objects of hate elicited very aggressive letters to the editor – or worse. I expect the same thing with bankers. (uit Luyendijks Banking Blog)
En zo komt de haatmail netjes terecht waar hij hoort: bij de gemene boze bankiers, niet bij The Guardian.
Maar goed, we gingen het hebben over het nakende einde van onze samenleving. Laten we enkele fragmenten van het interview in Volzin onder de loep nemen.
DE GEVAREN VAN ALTERNATIEVE WERKELIJKHEDEN
“Opvallend is dat Luyendijk na zijn duik in de financiële wereld boven water komt als een ware ‘alarmist’. “Dit gaat helemaal fout”, zegt hij. “De banken zijn veel te groot, de besturen weten niet wat er op de trading floors gebeurt, het kortetermijndenken regeert, het toezicht is ontoereikend en de financiële sector heeft de politiek in zijn zak.”
Afgezien van de beschuldiging van corruptie aan het eind bestaan er best wel goede argumenten om zijn ‘analyse’ te staven. Maar dan vervolgt hij:
“Dit is het einde van de weg, het einde van het hele economische stelsel.”
Rustig aan Joris, de bankencrisis van 2008 en de overheidscrisis van 2010 waren niet de eerste, en in alle waarschijnlijkheid ook niet de laatste financiële crisis in de menselijke geschiedenis; het economische stelsel heeft het telkens overleefd.
Misschien vraagt u zich af wat dat eigenlijk betekent, het einde van het economisch stelsel? Gaan de banken verdwijnen? Gaan we rechtstreeks overstappen naar een communistisch stelsel? Gaat de hele economie verdwijnen: niet alleen de banken, maar al het geld en zelfs alle ondernemingen, zodat we terug aangewezen zijn op de beproefde overlevingsstrategieën (nl. jacht en fruitpluk) van onze verre voorvaderen? Nog eventjes geduld, Luyendijk legt het straks haarfijn uit.
“Maar wat als mensen juist meer geld verdienen door die hoge huizenprijzen? Doordat er een kunstmatige bubbel werd geblazen?”
Dat is inderdaad wat er gebeurd is. In tegenstelling tot dit:
“Dat geld werd uit die hoge huizenprijzen gehaald via tweede hypotheken en daarna weer uitgegeven. In Groot-Brittannië is 250 miljard uit die huizen gehaald. Dat zijn waanzinnige bedragen. Dat heeft als gevolg dat als de huizenprijzen terugkeren naar het historische niveau, al die huizeneigenaren failliet raken. Dan heb je het over de hele middenklasse, de middenklasse die de democratie draagt.”
Tja, wat als de huizenprijs terugkeert naar het “historisch” niveau (wat dat ook moge wezen)? Voor de eigenaars die hun huis afbetaald hebben en niet van plan zijn om het te verkopen maakt het geen barst uit wat de prijs ervan is. Maar ook de eigenaars die nog een lening hebben uitstaan maar genoeg opzij kunnen houden voor de maandelijkse afbetaling hoeven niet te panikeren. Het zijn maar de eigenaars die geleend hebben boven hun terugbetalingscapaciteit die nu in de penarie zitten: zij kunnen zich niet zomaar van hun schuld ontdoen door hun huis te verkopen (In de VS is dat wel mogelijk: als je je huissleutel afgeeft aan de bank heb je geen schuld meer, ook al krijgt de bank niet genoeg geld wanneer zij je huis verkoopt).
We spreken dan wel niet over de hele middenklasse, verre van. Zelfs niet in Luyendijks vaderland waar momenteel zo’n huizencrisis woedt, maar waar vooralsnog het economisch stelsel (wat dat ook moge betekenen) goed stand houdt. De Nederlandse democratie loopt evenmin gevaar, ondanks verwoede pogingen van niet nader genoemde sensatiejournalisten om een sfeer van haat te creëren rond personen die in cartoons afgebeeld worden met dollartekens in de ogen.
Onze antropoloog heeft nog wel meer eigenaardige denkbeelden over financiële risico’s:
“Want als de huizenprijzen nog veertig procent dalen en daarmee terugkomen op historische niveaus, dan zijn alle banken failliet.”
“Als hun bezittingen, hun hypothekenportefeuilles, vijf procent minder waard worden, zijn ze failliet“
Alle banken?? Ook degene die niet of slechts een heel beperkt gedeelte aan hypotheekleningen op hun balans hebben? Of de banken die geleend hebben aan kredietwaardige leners? Die dus een heel laag percentage aan non-performing loans hebben? Welke (ex-)bankier zou hem dat ingefluisterd hebben? De risicoanalist, de projectfinancierder, de accountant of de poetsvrouw van de afdeling Complexe Financiële Antropologie??? De waarheid is dat zulke dalingen zich al voorgedaan hebben, zelfs recent nog. Desondanks zijn de meeste banken overeind gebleven.
“Het meest verontrustende vind ik dat ook centrale banken zeggen: we vliegen eigenlijk blind, we hebben geen idee. […] Ze zeggen nu: ‘Luister, wij hebben onvoorstelbaar veel geld gecreëerd via quantitative easing […]). We hebben geen idee of het gaat lukken om dat geld weer uit de economie te halen.’ Dat is landen met een straaljager op een vliegdekschip in een grote storm.”
Ja kijk, als je graag als bankenexpert in de pers wil verschijnen maar je voornaamste informatiebronnen bestaan uit interviews (al dan niet anoniem), dan bestaat een reëel gevaar dat je alles door elkaar gooit. Net had Luyendijk het nog over het gevaar van een nieuwe huizencrisis (dalende prijzen). De risico’s van quantitative easing zijn net het tegenovergestelde: het risico op oncontroleerbare inflatie. Ook niet prettig, maar dat heeft niets met banken te maken. Wat meer inflatie en hogere rentevoeten zou waarschijnlijk zelfs heilzaam zijn voor de rendabiliteit van banken en verzekeringsmaatschappijen.
“Als je dan weet dat een bank vaak een balans heeft die groter is dan het bruto nationaal product van het land dat de bank moet redden, dan is een bank niet meer too big to fail, maar too big to save.”
Ik ga de lezer niet vervelen met een inleidende cursus over de balans van een bank, of het verschil tussen een stroomvariabele en een voorraadvariabele. Ik ga mij beperken tot enkele historische feiten: Dexia’s balans was groter dan het BNP van België – toch gered. Ierse banken: idem. Er bestaan weliswaar banken die ‘too big to save’ zijn, maar die ga je niet herkennen louter op basis van balansgrootte. De samenstelling van de balans is veel belangrijker om in het oog te houden.
Luyendijk heeft behalve antropologie en financiële economie ook een grote belangstelling voor bloedstollende zombiefilms:
“Stort zo’n bank echt in, dan staan de tanks binnen 36 uur in de straat. Want dan stort alles in: de bevoorrading van supermarkten stort in, want er is geen handelsfinanciering meer. Dan is er ook geen benzine meer te krijgen. Et cetera.”
En voor je het weet vliegen de zombies je rond de oren.
Zoals net gezegd: zulke banken zijn al ingestort. De IJslandse banken en de banken van Cyprus heeft men niet (helemaal) kunnen redden, maar ik herinner mij geen legertanks of lege benzinestations. Maar misschien is dat omdat de tanks de benzinestations zijn komen vullen. En de zombies neergeknald hebben.
Luyendijk benadrukt dat interviews niet zijn enige bron van informatie zijn. Hij leest namelijk ook boeken. Sommige van die boeken zijn blijkbaar zo zeldzaam dat hij alleen ze gelezen heeft. In één van die door de mensheid ten onrechte genegeerde pareltjes ontdekte hij een groot geheim over de interbankenmarkt:
“Ook al trek je al je spaargeld terug – die banken functioneren niet echt op spaargeld. ‘s Avonds begeven ze zich op de interbancaire markten en handelen ze met elkaar.. “
Nou, banken geraken wel degelijk in de problemen als iedereen zijn spaargeld opvraagt. Want in dat geval kunnen ze ook niet meer op de interbankenmarkt terecht; geen enkele bank die hen nog de nodige liquiditeiten wil verschaffen. Dat is trouwens de voornaamste reden waarom de Europese overheden de banken ter hulp gekomen zijn.
“Daar wordt het echte geld verdiend. De rente op de interbancaire markt is vaak lager dan de rente voor de hypotheken.”
Auw! Auw! AAUUUUWW!!!!!
Mijn verontschuldigingen, beste lezer. Ik heb mijzelf een beetje te hard op de dijen gekletst toen ik daarnet over de grond lag te rollen.
De rente op hypotheekleningen is een rente die banken ontvangen. Aangezien de banken een lagere rente ontvangen op de interbankenmarkt gebruiken ze die alleen maar voor kortstondige overschotten (of tekorten)..
Nu goed, ik ben geen antropoloog dus ik besloot ik het even voor te leggen aan mijn grootmoeder. Die is evenmin antropoloog maar ze heeft vorige maand wel nog twee Pygmeeën op de koffie gehad.
Ik vroeg haar: “Oma, als ik een lening voor mijn huis neem bij de bank, dan ben ik het toch die interest moet betalen aan de bank, nietwaar?”
Oma: “Natuurlijk mijn bolleke, dat weet toch iedereen! Zelfs die twee Pygmeeën die vorige maand al mijn frangipanes opgegeten hebben.”
Ik: “Dus oma, hoe meer interest ik de bank betaal, hoe meer de bank aan mij verdient, toch?”
Oma: “Zeg bolleke, wat hebt gij eigenlijk zitten roken dat ge mij zo’n dwaze vragen stelt?”
Ik (handig deze strikvraag ontwijkend:) “Dus oma, de bank verdient meer geld aan mijn hypotheeklening dan aan een lening aan een andere bank met een lagere interest, akkoord?”
Oma (zuchtend:) “De jeugd van tegenwoordig, ze kennen zelfs het verschil niet meer tussen hoger en lager.” “Ja jongen, en blijf van die geestverruimende middelen af! Als ge uw geest nog verder verruimt vallen uw hersens uit!”
Geestverruimende middelen blijken wel op enige interesse van Luyendijk te kunnen rekenen. Op de vraag ‘Kán de journalistiek wel belangrijk zijn?’ is zijn antwoord:
“Beschrijven wat er gebeurt, kan extreem subversief zijn. Want met die beschrijvingen expandeer je de ruimte voor debat en daarmee de ruimte voor het concipiëren van alternatieve werkelijkheden […].”
Waarin we ‘s nachts overvallen worden door krijsende zombies waarna we zelf in zombies veranderen en elkaar opeten en zo. En als ‘s morgens de zon opkomt krijgen we pijn aan de ogen en kruipen we terug in ons hol.
Het klinkt allemaal heel erg hippy: Expand your mind into an altered state of consciousness (ik kronkel met mijn armen en handen terwijl ik dit uitspreek). Er zijn kunstenaars die betogen dat geestverruimende middelen hun inspiratie bevorderen. Ik zou ze in ieder geval niet willen aanbevelen aan journalisten of antropologen, en zeker niet aan antropologen die voor journalist spelen. Scenarioschrijvers van zombiefilms daarentegen kan ik wel LSD aanbevelen. Het zou mij niet verbazen als menige horrorscène gebaseerd is op een heftige bad trip.
Luyendijks alternatieve werkelijkheden i.v.m. de interbankenmarkt zijn niet de enige die hij uit zijn hoed tovert; dit is nog zo’n een mind-blower:
“Het probleem van de crisis in 2008 had te maken met het dotcom-bedrog in 2000.”
Huh ???
Joris, wil je mij een privé-mailtje sturen met het telefoonnummer van jouw dealer? Ik wil ook zo eens zalig op een andere planeet zweven.
JEZUS ZAL ONS REDDEN…
Ik heb uw geduld al veel te lang op proef gesteld, beste lezer. Nu volgt profeet Luyendijks lang verwachte Openbaring van het einde van de wereld het economisch stelsel:
“Er zijn meerdere boeken van economen die de Bijbel lezen als een economisch handboek of een handboek voor toezichthouders. Het is kenmerkend hoe de heilige boeken tjokvol staan met waarschuwingen om de economie niet in te richten zoals wij dat hebben gedaan. Ze voorspellen haarfijn wat er gebeurt als je dat wel doet.”
Straffe uitspraak – die ik toch even wou checken. Maar potverdorie, heeft Luyendijk toch wel gelijk zeker!! Dit is een fragment uit het Nieuw Testament:
“En toen Het [Lam] het vierde zegel geopend had, hoorde ik een stem van het vierde dier, die zeide: ‘Kom en zie!’ en ik zag, en ziet, een vaal paard, en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met zwaard, en met honger, en met den dood, en door de wilde beesten der aarde. En toen kwamen de zombies, en die aten iedereen op!!” (Openbaringen 6:1-17 – behalve de laatste zin)
Maar zover is het nog niet, eerst moet dit nog komen:
“Stel je voor dat JP Morgan morgen moet toegeven dat al hun IT-systemen kapot zijn [….] Dat geld is dan allemaal weg. Er ontstaat paniek, de boel stort in, niemand wordt betaald. De leveranties van alle spullen houden op. Jij komt morgen buiten en denkt: wat is er aan de hand? De supermarkten zijn geplunderd, er is ordepolitie op straat,[…]”
En je wordt omsingeld door een meute bloeddorstige zombies!!!! HELP!!!
“…maar ook je telefoon doet het niet meer.”
Hm, via welk mysterieus mechanisme veroorzaakt een kapot IT-systeem bij JP Morgan (plus eventueel een lege supermarkt) storingen in de telecominfrastructuur? Aangezien ik geen antropoloog ben (en geen geestverruimende middelen meer mag nemen van mijn grootmoeder) zijn dit de enige twee plausibele scenario’s die ik kan bedenken:
-
Een immens netwerk van computerhackers heeft niet alleen de IT-systemen bij JP Morgan platgelegd, maar ook ingebroken bij de telecomoperatoren en uw belkrediet op nul gezet of uw abonnement beëindigd. Maar eerst nog snel iedereen een SMS gestuurd om zich naar de dichtstbijzijnde supermarkt te begeven aangezien die binnen een half uur leeg zullen zijn.
-
De zombies hebben alle telefoonkabels en zendmasten opgegeten.
De lezer denkt misschien van, ach ja, dat van die lege supermarkten, dat zal hij wel niet menen. Wel, in de eerste aflevering van de vierdelige Canvasdocumentaire ‘Econoshock 2.0’ (genoemd naar een boek van de econoom Geert Noels) vertelt Luyendijk wat de reactie van een collega bij The Guardian was toen die het nieuws vernam van de val van Lehman Brothers:
Hij belde naar huis en zei: ‘Je gaat NU naar de supermarkt, en je koopt wat je kunt kopen!’
Die collega zal de volgende tien jaar niets anders dan lang bewarende soep en conserven eten. Wanneer je niet te hard uitgelachen wil worden op de redactie dan vind je altijd wel een befaamde collega met een complottheorietje om je gezicht te redden:
Bij de val van Lehman stonden we 36 uur af van de totale instorting van de wereldeconomie. Dat is daarna niet echt naar buiten gebracht omdat die dreiging bleef.(Luyendijk in Econoshock 2.0)
Vijf jaar later is het echter nog altijd niet naar buiten gebracht. Maar wacht tot de conservenblikjes op zijn, dan komt alles naar buiten!
À propos, laat dit u vooral niet weerhouden om de uitstekende documentaire Econoshock 2.0 te bekijken. De andere critici (zoals Geert Noels) hebben echt wel zinnige dingen te vertellen. Het is alleen maar Luyendijk die uit de toon valt.
…MAAR EERST MOETEN WE DE ANTICHRIST DODEN
In het interview met Volzin breekt Luyendijk een lans voor het geloof:
“Ik denk dat mensen dan snel terugkomen – de gebouwen staan er nog – bij een religieus besef. Dat zie je ook bij burgeroorlogen.”
Inderdaad, en vooral bij religieus geïnspireerde burgeroorlogen.
Maar ook bij natuurrampen natuurlijk. Het geloof geeft mensen de moed om hun leven terug op te bouwen, brengt hen dichter bij elkaar, en dichter tot God. De gelovigen die het dichtst bij God staan komen meteen te weten wie verantwoordelijk is voor het opwekken van Gods meedogenloze toorn: de seksueel verdorvenen (homoseksuelen, overspeligen,…), de ongelovigen en vooral de aanhangers van het verkeerde geloof.
“Ik denk dat religie heel goede papieren heeft als we er echt de puinhoop van maken waarnaar we op weg zijn.”
Ik denk dat religie meer puinhopen heeft veroorzaakt dan opgelost; een significant gedeelte van het systematisch geweld dat volkeren tot op vandaag verscheurt loopt langs religieuze breuklijnen.
Luyendijks uitspraken over religie lichten wel een tip van de sluier op waar hij mogelijk zijn inspiratie gehaald heeft. In de VS zijn namelijk een pak fanatieke goud en wapens verzamelende onheilsprofeten, zoals bijvoorbeeld de fundamentalistische Christen Michael T. Snyder. Snyder heeft in zijn ‘Economic Collapse Blog‘ een manier heeft gevonden om zijn apocalyptische paranoia te ventileren. Hij schuwt geen enkel superlatief om zijn lezers te overtuigen dat het einde al begonnen is (nog eventjes geduld voor de ultieme apotheose). Maar het is nog niet te laat om uzelf te redden:
The only ones to survive are the ones believing in the mantra of 3 G’s (Gold, Guns, and God). If you don’t have enough of the products to survive the shit hitting the fan, you can always click any of the links at the top of the main page to buy it! (RationalWiki)
Tot slot verzekert Luyendijk ons dat het niet het instorten van de economie is dat we het meest moeten vrezen:
“Het echte doemscenario betreft niet zozeer het instorten van de economie – dat zijn maar spullen. Het gaat vooral om het politieke systeem dat wordt geassocieerd met die economie: democratie. Als dit systeem in elkaar klapt, zal de democratie verantwoordelijk worden gehouden want: ‘Die kon dit niet tegenhouden’. Er zullen allerlei samenzweringstheorieën komen, precies zoals in Weimar. Dat is echt heel erg bedreigend.”
Samenzweringstheorieën zijn er nu al. Heb er net nog eentje gelezen op Volzin (zie boven: ‘de financiële sector heeft de politiek in zijn zak’).
De geschiedenis van de Weimarrepubliek is overigens bijzonder leerrijk. Het blijkt dat het spelletje zwarte piet 90 jaar geleden ook al bestond. Dit is een citaat uit Wikipedia:
The inflation also raised doubts about the competence of liberal institutions, especially amongst a middle class who had held cash savings and bonds. It also produced resentment of bankers and speculators, whom the government and the press blamed for the inflation crisis. Some Germans called the hyperinflated Weimar banknotes “Jew confetti”.
En zoals iedereen weet werd de Europese overheidscrisis van 2010 niet veroorzaakt door te grote staatsschulden, maar wel door ‘speculanten’.
Wat Luyendijk betreft, die heeft alvast het kamp van de extremisten gekozen. In de eerder genoemde documentaire Econoshock 2.0 windt hij er geen doekjes om:
Het idee dat de banken nog constructieve onderdelen zijn van de samenleving, daar moeten we echt van af. De banken zijn de vijand. (nadruk in origineel)
Het vorige staat in schril contrast met zijn lokadvertentie op de Banking Blog in 2011:
If there’s one thing that has suddenly begun to annoy me no end it is categorical statements about “the banks” or “bankers“. I have learned by now that such generalisations obscure just how different many of the activities across the financial sector are. If you are angry about “the banks”, you need to specify which parts. Otherwise you are like somebody who blames the BBC for what happened at News of the World; they are all the media, aren’t they?
Ergens tussen 2011 en 2013, it has suddenly stopped to annoy him. De wijze woorden van toen hebben plaats moeten ruimen voor populistische prietpraat (of voor de leescijfers, wat vaak op hetzelfde neerkomt).
Ik mag alleen maar hopen dat we iets van de geschiedenis geleerd hebben, en dat onverbeterlijke volksopruiers er niet opnieuw in slagen om hun zondebokken te brandmerken en de massa aan te zetten tot lynchpartijen (letterlijk of figuurlijk). Correcte en evenwichtige informatie kan hiertoe een positieve bijdrage leveren. Stay tuned to Quixotic Finance.
POST SCRIPTUM (17/11/2013): “Joris Luyendijk corrigeert slordigheden in ‘Het gaat helemaal fout’“. Luyendijk heeft ingezien dat hij te kort door de bocht is gegaan en is bereid zijn positie te nuanceren:
Een interview is voor mij nog te veel een gesprek waarin ik spring van de hak op de tak, gedachten niet afmaak, onvoldoende onderbouw of onvoldoende aangeef wanneer ik ergens over speculeer. Het interview in Volzin bevat hierdoor een paar hele of halve onjuistheden en waar ik nu bang voor ben, is dat de mensen die niet aan mijn conclusies willen, deze conclusies gaan proberen onderuit te halen met verwijzing naar die slordige of onjuiste opmerkingen.
Wanneer de dokter jouw naam verkeerd spelt, is daarmee diens diagnose van jouw klachten niet opeens onjuist.
Nee, maar als de dokter beweert dat jouw verkoudheid zal leiden tot een massale epidemie die de helft van de wereldbevolking zal uitroeien, dan zoek je toch beter een andere.
Hier nu een citaat dat niet goed klopt:
“Want als de huizenprijzen nog veertig procent dalen en daarmee terugkomen op historische niveaus, dan zijn alle banken failliet.Wat kan en moet hier beter?
De huizenprijzen wijken in verschillende landen en steden in uiteenlopende mate af van historische gemiddelden, dus “veertig procent” is een getal waar je niet zoveel aan hebt.
Dat “alle banken” dan failliet zijn, klopt alleen wanneer paniek over afboekingen zo’n vorm aanneemt dat een mondiale bank run ontstaat (iedereen wil tegelijk zijn geld terug maar banken kunnen niet ineens alles waarin ze dat geld hebben gestoken, verkopen). Bovendien is niet iedereen meteen failliet wanneer hun huis minder waard is geworden dan hun hypotheek, en de meeste banken hebben meer in de boeken dan alleen hypotheken – ze kunnen dus meer tegen een stootje dan je zou denken uit dit citaat.Kern: het probleem met de luchtbel op huizenmarkten is enorm, en als die markten verder dalen, dan zal er verder moeten worden afgeboekt. Dat kan het systeem aan het wankelen brengen
Deze “kern” is al een pak redelijker dan het voorgaande. Als dat Luyendijks conclusie is, dan heb ik geen enkele reden om die onderuit te halen. Ik ben er vrij zeker van dat als alleen deze “kern” gepubliceerd was, zijn boodschap nooit de impact zou hebben gehad hebben die hij nu wel heeft gehad.
“Stort zo’n bank echt in, dan staan de tanks binnen 36 uur in de straat. Want dan stort alles in: de bevoorrading van supermarkten stort in, want er is geen handelsfinanciering meer. Dan is er ook geen benzine meer te krijgen. Et cetera.”
Dit is zo’n voorbeeld waar spreektaal sneller gaat dan het geschreven woord. Als zo’n bank echt instort, dan kan er gebeuren wat er na het faillissement van Lehman gebeurde. Banken vertrouwden elkaar niet meer en leenden elkaar dus niet meer uit. Ze leenden ook niet meer bedrijven. Wanneer dan ook de handelsfinanciering zou opdrogen, kan daarmee alles tot stilstand komen. En dan kan een grootschalige breakdown volgen.
[…]
Tegelijk is het goed te beseffen dat er meer stappen zitten tussen ‘bank stort in’ en ‘tanks in de straten’. Cruciaal was dat na Lehman regeringen wereldwijd in feite het hele systeem gingen garanderen. Maar kunnen ze dat zonodig opnieuw, nu ze zich al zo diep in de schulden hebben gestoken? En als ze het doen, wat zijn dan de onvoorziene neveneffecten? Hierover maken insiders in Londen (en elders) zich grote zorgen.
OK, dat van die tanks in de straten is dus maar “spreektaal”, waarbij spreektaal wellicht een eufemisme is voor “een ridicule overdrijving”. Maar voor lieden die voortdurend in ridicule overdrijvingen spreken is dat natuurlijk hetzelfde. Merk bovendien op dat Luyendijk blijft volharden in de boosheid. A ja, ‘t is misschien niet gebeurd met Lehman, maar wat als een andere bank failliet gaat? Dat insiders zich hierover ongerust maken wil ik best aannemen, dat zij scenario’s met tanks in de straten voorspellen lijkt mij minder aannemelijk. Tenzij natuurlijk ze net zoals Luyendijk een grote fascinatie hebben voor zombiefilms.
Met een beetje geluk leert Luyendijk ooit het verschil tussen een investeringskrediet en handelsfinanciering, hoe een kredietlijn werkt, en dat wantrouwen van banken t.o.v. andere banken zich niet automatisch vertaalt naar een wantrouwen t.o.v. bedrijven. Dan is er weer een slordigheid minder om de mensen de stuipen op het lijf te jagen.
“Ook al trek je al je spaargeld terug – die banken functioneren niet echt op spaargeld. ‘s Avonds begeven ze zich op de interbancaire markten en handelen ze met elkaar – daar wordt het echte geld verdiend. De rente op de interbancaire markt is vaak lager dan de rente voor de hypotheken.”
Wat ik wilde zeggen: Sommige banken financieren zich helemaal niet via spaargeld, zoals Lehman. Anderen voor een deel. Maar banken betrekken ook veel geld van elkaar.
Oef, er is nog hoop voor onze antropoloog.
Hoewel Luyendijk de meest absurde passages uit het interview haalt is het eigenlijk maar een halve boetedoening. Hij is van mening dat zijn onheilsprofetieën, ondanks de “slordigheden”, overeind blijven. Ik hoop in ieder geval dat hij een lesje geleerd heeft en zich in de toekomst wat voorzichtiger en meer genuanceerd uitdrukt. Zo niet zal Quixotic Finance hem achterna volgen over de hele blogosfeer en hem meteen zijn broek aftrekken wanneer hij zich nog eens zo belachelijk maakt. Eens te meer: Stay tuned to Quixotic Finance!